Het gewone alledaagse

Het gewone alledaagse

De kinderen uit de buurt.
Ze skeeleren op de stoep.
Ze krijten op de straat.
Tóch missen ze het gewone alledaagse.

De puber strikt zijn gympen vast.
Hij gooit een hengel over zijn schouder.
Hij stapt op zijn fiets en hij denkt:
‘Ik mis het gewone alledaagse.’

De jonge moeder verstijft van schrik.
Aan de overkant van de straat roept een man:
‘Met je kínderwagen boodschappen doen? Schaam je díep.
Ze mist het gewone alledaagse.

De papa zit op zolder achter zijn bureau.
Zijn kinderen bekvechten om een blauwe legosteen.
‘Nog even en ik gooi mijn laptop uit het raam.’
Hij mist het gewone alledaagse.

De vrijgezel voelt zich getrouwd met zijn balkon.
Zonder ringen, slingers en ballonnen.
Hij staart naar de horizon.
Hij mist het gewone alledaagse.

De pensionaris loopt over de dijk.
Hij voelt een kriebel in zijn keel.
Schichtig kijkt hij om zich heen.
Hij mist het gewone alledaagse.

De lokale ondernemer past zijn openingstijden aan.
Hopelijk voor even.
Hij vraagt zich af: ‘Ga ik de crisis overleven?’
Hij mist het gewone alledaagse.

De vakkenvuller leerde vechten
voor een hoepel-brede ruimte.
Om adem te halen en zodat
het toiletpapier de nok blijft raken.
Hij mist het gewone alledaagse.

Het zorgpersoneel splijt zich in tweeën:

De acute as met tranen van verdriet en
zweet op het voorhoofd.
Ze slepen zich voort want het móet.

De achterhoede wiebelend op hun stoel.
Zo gênant, dat applaus voor de zorg.
Dat heb ík niet verdiend.
Ik wacht. Maar ik zie
geen patiënt.
Ze missen het gewone alledaagse.

De koopman wijzigt zijn aanbod
in mondkapjes, beschermbrillen en plexiglas.
De bevolking juicht: ‘Fantastisch gedaan.’
Óók de koopman mist het gewone alledaagse.

De ZZP-er verandert zijn prijzen in
gratis en nog eens gratis.
Wat hoort hij daar?
‘Kunnen we dat vertrouwen? Is dat geen eigenbelang?’
Hij mist het gewone alledaagse.

De vrouw met haar zilvergrijze haren
leerde beeldbellen, dat wél.
Maar haar warme hart stierf van eenzaamheid.
Ze miste het gewone alledaagse.

De zieke voelt waar het om gaat.
Hij hoopt slechts vurig dat zijn lijf
dat klote-virus overwint.
Zodat hij terug kan keren
in het gewone alledaagse.

En jou, die ik vergeten ben,
Voelt dat als een dolksteek door je ziel?
Troost je. Dan hebben we één ding gemeen:
We missen het gewone alledaagse.

Mijn naam is Gerry Hulst!

Mijn naam is Gerry Hulst en er stroomt psychiatrisch verpleegkundig bloed door mijn aderen. Ik werk graag met verpleegkundig specialisten, verpleegkundigen en middenmanagers in de zorg. Het gaat me aan het hart dat zij het lastig vinden om zich stevig te positioneren binnen de krachtenvelden in de zorg. Zij leren bij mij hoe ze met meer zelfvertrouwen én ontspannen in hun werk en leven kunnen staan. Alle personages en gebeurtenissen in mijn blogs zijn fictief. Wanneer je jezelf of een collega meent te herkennen berust dat op toeval.

Gerry Hulst - coach voor de zorg
Scroll naar boven