Hoe kom je aan engelengeduld?
Ze steunt op de rollator. De groenteman knikt haar vriendelijk toe: ‘Gaat het al wat beter met de duizeligheid?’
‘Nou, die pillen doen helaas niet zoveel.’
Tien minuten later loopt ze de winkel uit. De groenteman zegt: ‘Klanten als zij komen hier voor een praatje. Die zak mandarijnen is bijzaak. En ja, dan moet het snijden van de hutspot maar even wachten hè? Want dit geeft de sjeu aan mijn werk.’
De groenteman heeft een engelengeduld.
Sommige verpleegkundigen hebben dat ook.
Wat is engelengeduld?
Engelengeduld is de overtreffende trap van geduld. Als je geduldig bent, stuur je je gevoel van ongeduld eerst naar je verstand. Maar jij houdt controle over de manier waarop je reageert.
Heb je engelengeduld? Dan accepteer je de omstandigheden zoals ze zijn, want haast staat niet in je woordenboek. Je verstaat de kunst van vertragen. En anderen zijn jaloers op jouw eindeloze geduld.
Kun je engelengeduld leren of zit het in je?
Als je in de wieg ligt heb je geen engelengeduld. Geduld leer je in de kindertijd. Denk maar aan een peuter die stampvoetend door de kamer loopt, omdat hij nú een koekje wil. Hij moet nog leren hoe hij zijn boosheid onder controle krijgt.
Wat betekent engelengeduld voor je patiënt?
Met engelengeduld geef je je patiënt het gevoel dat je er voor hem bent. Niet alleen lijfelijk, maar ook met je gedachten. Dat is belangrijk. Want of je dat nu wilt of niet: je patiënt voelt zich afhankelijk van jou.
Elke patiënt is ongewenst stilgezet. Middenin de snelle wereld van de zorg. Als zijn heup gebroken is heeft hij tijd nodig om uit bed te komen. Als hij dement is maakt hij graag een praatje met jou, maar wel elke 5 minuten precies hetzelfde praatje. Dat vraagt engelengeduld.
Maar het is toch onmogelijk om in elke situatie geduldig te blijven?
Mwah. Het ligt eraan hoe je het bekijkt. In elke situatie geduld uitstralen kan. Dat geduld ook echt erváren vraagt oefening.
Ik heb nog nooit iemand horen zeggen dat hij engelengeduld heeft. Bestaat het überhaupt wel?
Engelengeduld bestaat omdat anderen het zo zien. Wie het heeft vindt het niet bijzonder en zegt: ‘Zo ben ik nu eenmaal’.
Neem Jantien
Op de afdeling waar Jantien werkt wonen mensen met niet- aangeboren hersenletsel. Vandaag is mevrouw Pietersen opgenomen. Jantien schudt haar hand en mevrouw vraagt: ‘Zuster, welke dag is het vandaag?’ Jantien glimlacht en zegt: ‘Het is vandaag maandag’.
Tijdens de overdracht naar de late dienst vertelt Jantien: ‘Ik ben de tel kwijt hoe vaak ik mevrouw Pietersen heb verteld dat het vandaag maandag is. Dat lijkt me toch zó naar. Niet meer te weten welke dag het is’.
Of Betsy
Ik was haar leidinggevende. Een patiënt belt of hij een afspraak kan maken. O gatsie, hij zal toch geen klacht hebben? De volgende middag zit meneer Wicknick tegenover me. ‘Mevrouw, kan ik een stukje laten plaatsen in een personeelsblad ofzo? Want ik wil vertellen over Betsy. Toen ik hier kwam had ik moeite met slikken. Zij nam drie kwartier de tijd om me te helpen. Drie kwartier. Beloof dat u me gelooft, want ik lieg niet hoor. Drie kwartier. En dan heb ik het alleen nog maar over twee boterhammen hè?
Even samenvatten
• Engelengeduld is geduld in het kwadraat
• Geduld kan groeien
• Je patiënt vaart er wel bij
En nu?
Volg morgen bewust het tempo van je eerste patiënt. En voel wat er in je lijf gebeurt. Heb je een vraag? Blijf er niet mee rondlopen, want dat lost niets op.