Waarom het woord “eigenlijk” niet thuishoort op de werkvloer.
Om met de deur in huis te vallen: ik zou “eigenlijk” willen dat het woord “eigenlijk” in werksituaties niet meer wordt gebruikt. Eigenlijk betekent in veel gevallen dat iemand iets niet heeft gedaan wat hij wel wilde of had moeten doen.
Komt één of meerdere van de onderstaande zinnen je bekend voor?
- Ik moet eigenlijk pauze nemen.
- Ik had eigenlijk feedback moeten geven.
- Ik had eigenlijk dat dossier op orde moeten hebben.
- Ik had eigenlijk gisteravond op tijd naar bed moeten gaan.
- Ik zou eigenlijk op tijd willen overdragen.
- Ik weet eigenlijk niet goed hoe ik dat moet doen.
- Ik had eigenlijk… vul maar aan.
Het resultaat: iemand heeft dus niet gedaan wat hij/zij wel wilde of moest doen.
Ben je het met me eens dat het voor jouw organisatie goed zou zijn als iedereen nu eindelijk eens ging doen wat hij/zij “eigenlijk” zou willen of moeten doen?
De oplossing is simpel: de “eigenlijk-zegger” hoeft alleen maar te doen wat hij wilde of moest doen. Vervolgens gaat hij/zij het gewenste gedrag repeterend toepassen. Wanneer hij/zij deze goede gewoonte ontwikkeld heeft wordt het vanzelf een automatisme.
Uit onderzoek van Phillippa Lally[1] blijkt dat het gemiddeld 66 dagen duurt voordat gedrag een gewoonte wordt. En we weten allemaal: zonder stok achter de deur raakt het aanleren van een goede gewoonte makkelijk in het slop.
Een coachtraject garandeert deze confronterende en tevens liefdevolle stok achter de deur.
Meld jezelf of één van je medewerkers hier aan.