Waarom schrijven goed is voor praters.
Ik slenter door de winkelstraat in mijn dorp aan de Vecht. De etalage van de HEMA trekt heel even mijn aandacht. Zal ik toch kijken of er iets nieuws ligt? Ik loop regelrecht naar het schap waar de schrijfblokken liggen. Heb ik ze wel nodig? Thuis liggen er genoeg, in allerlei soorten en maten. En in een flits denk ik terug aan een coach-gesprek.
Want niet elke coach-klant reageert enthousiast op mijn liefde voor pen en papier.
Aan het einde van een afspraak vraag ik hem: ‘Wil je een reflectie schrijven over deze ontmoeting?’ De kalende man tegenover mij knijpt zijn ogen half dicht: ‘Ik ben niet zo’n schrijver, ik ben meer een prater.’ Hoe laat is het? Het kost me misschien wel 10 minuten om hem de meerwaarde van reflecteren op papier zelf te laten ontdekken. Hoe vlieg ik dit aan?
‘Schrijf jij nooit iets op?’
‘Jawel, mijn boodschappenlijstje. Omdat ik bang ben dat ik anders iets vergeet.’
‘Ah, dat is heel proactief. En wat levert dat je op?’
‘Dat ik niet terug hoef naar de winkel omdat ik iets vergeten ben.’
‘Wat zou er gebeuren als je hardop zegt welke boodschappen je gaat halen?’
‘Ik schrijf het niet voor niets op. Als het op papier staat heb ik houvast. Maar het gekke is: vaak heb ik mijn lijstje helemaal niet meer nodig als ik door de supermarkt loop.’
Ik hoor hem bijna denken: waar gaat dit gesprek in vredesnaam heen?
‘En als je daarna in de kast kijkt ligt daar de juiste voorraad in?’
‘Ja dat heb jij wel goed. Haha, tenminste, als ik van tevoren een lijstje heb gemaakt.’
‘Zou het met schriftelijk reflecteren op deze ontmoeting ook zo kunnen gaan? Dat je eerst opschrijft wat we hebben besproken. En daarbij onderzoekt hoe je daar als persoon naar kijkt. Waarbij je ook beschrijft welke nieuwe dingen je vandaag hebt geleerd? Dan zet je als het ware een nieuwe gebruiksaanwijzing voor jezelf op papier. En gaat het net als met het boodschappenlijstje.’
‘Hmm, ja, ik snap geloof ik wel waar je heen wilt.’
‘Omdat het zwart op wit staat, blijft het beter hangen. Een volgende keer neem je in een soortgelijke situatie de geleerde dingen vanzelf met je mee. Waardoor je het anders en beter gaat doen dan de vorige keer.’
‘Ik dacht even: wat heeft mijn boodschappenlijstje nou te maken met mijn afspraak bij jou? Maar ik begrijp wat je bedoelt. Ik zal het proberen.’
Terug naar mijn dorp.
Ik loop naar de kassa en reken twee hagelwitte schrijfblokken af. Altijd handig.
En jij? Ben je een prater, een schrijver of allebei?